Duurzaamheid

Bij Brinks Groenteteelt is duurzaamheid een belangrijke waarde binnen het bedrijf. We koesteren een diepe verbondenheid met de natuur en streven naar een gezonde toekomst voor onze planeet en de mensen om ons heen. We zijn er trots op dat we niet alleen hoogwaardige groenten telen, maar ook ons uiterste best doen om positieve veranderingen te brengen voor de wereld waarin we leven.

Onze toewijding aan duurzaamheid komt tot uiting in onze geavanceerde, milieuvriendelijke teeltmethoden. We maken gebruik van biologische bemesting en geïntegreerde plaagbestrijding om de biodiversiteit te behouden en onze impact op het milieu te minimaliseren. Langs onze velden vindt u in de zomer bloeiende akkerranden en op ons bedrijf verschillende insectenkasten en vogelhuisjes, waarmee we het ecosysteem stimuleren en een thuis bieden aan waardevolle dieren in onze omgeving.

Duurzaamheid zit in alles wat we doen, ook in onze keuze voor machines en technologieën. We hebben geïnvesteerd in diverse apparatuur en technologieën die ons helpen om duurzaamheid binnen ons bedrijf te waarborgen. Deze innovatieve benaderingen minimaliseren onze ecologische voetafdruk en dragen bij aan een gezond ecosysteem.

Onze producten worden lokaal geteeld in de vruchtbare gronden in de kop van Noord-Holland. Nadat ze volgroeid en klaar zijn om geoogst te worden, gaan ze naar verwerkingsfabrieken die ook hier in de buurt zijn. De verwerking vindt dus plaats bij lokaal gelegen groenteverwerkers, waarbij ook het transport wordt geminimaliseerd. Dit is niet alleen beter voor de groenten zelf, omdat ze hun versheid behouden, maar het is ook beter voor het milieu. Minder transport betekent namelijk minder vervuiling, en dat vinden wij belangrijk.

Bij Brinks Groenteteelt geloven we in het belang van verandering. We omarmen voortdurend nieuwe, duurzame technieken en praktijken om onze impact op het milieu te verminderen en een gezonde omgeving te creëren voor onze gemeenschap en toekomstige generaties.

Concrete voorbeelden van duurzame praktijken:

- Het werken met een paragrubber.
Op deze manier wordt er niet meer geploegd, houden we het bodemleven in stand en past het daarbij goed in het kader van niet-kerende grondbewerkingen. We trekken de bodem tot onder de ploegvoor los op ongeveer 35 centimeter. Door middel van de kromme poten worden de storende lagen in de grond doorbroken, wordt de waterhuishouding verbeterd en wordt er voor een goede beluchting van de grond gezorgd.

- Het werken met een bio mulchfrees.
Door groenbemesters te versnipperen en terug te brengen naar de bodem, verrijkt de mulchfrees de bodem met voedingsstoffen. Groenbemesters hebben de capaciteit om stikstof uit de lucht te binden met behulp van bacteriën in hun wortels. Groenbemesters verbeteren de bodemstructuur, waardoor water beter wordt vastgehouden en geïnfiltreerd. Het inwerken gebeurt op 3 tot 4 centimeter in de grond, waardoor het organisch materiaal in de toplaag van de bodem blijft. Tijdens het inwerken wordt de gebonden stikstof in de bodem vrijgegeven, wat gunstig is voor de groei van gewassen.

- Het werken met een mechanische vingerwieder.
Een mechanische vingerwieder is een machine dat speciaal is ontworpen om heel precies, in een vroeg stadium, tussen de jonge planten door te gaan en het onkruid te verwijderen. Dit gebeurt nog voordat het onkruid de kans krijgt om te concurreren met de gewassen om voedingsstoffen, water en zonlicht. Als de planten groter zijn gaan we nog een keer tussen de plantjes door met aanaarders om ruggetjes tussen regels te leggen en het onkruid onder te werken, waardoor het onkruid verstikt en afgebroken wordt. Het aanaarden bevordert een betere groei door het losmaken van de grond, waardoor door de planten zuurstof krijgen. Door het toepassen van deze techniek wordt er minder gebruik gemaakt van bladherbicidesen. Hierbij vindt er een reductie plaats van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.

- De keuze voor resistente rassen op schimmels heeft ook een belangrijke duurzame bijdrage. Samen met een lokaal zaadveredelingsbedrijf zijn we continu op zoek naar verbeteringen met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe rassen. Een voorbeeld is het ontwikkelen van koolplanten die resistent zijn tegen een schimmel genaamd Mycosphaerella. De resistentie van deze schimmel is beter voor de oogst en helpt ook bij het verminderen van het gebruik van chemicaliën die normaal gesproken worden gebruikt om de planten te beschermen.